Mega-lieten: cultus, toe-komst.

 

Geant de Kerzerho nabij Erdeven (Carnac)

Megalieten: cultus, toekomst, door  Cis Peeters.

Het is merkwaardig dat een behoorlijk aantal megalithische monumenten tot op de dag van vandaag nog terug te vinden zijn op aarde, verspreid over alle continenten. Niettegenstaande vernielingen door kerstening, bouwzucht, bos- en landbouw, verwaarlozing, … bezitten we nog steeds een behoorlijk beeld van het uitzicht van menhirs, dolmens, steencirkels, steenrijen, hunebedden, tumuli, … Waartoe hebben de megalieten gediend, wat hebben ze bijgebracht aan de ontwikkeling van wereld en mens, hebben ze een bijdrage voor de toekomst ? Bij vrijwel alle megalieten zijn mythen en legenden verbonden, die over eeuwen, over generaties heen vertellen over het mysterie, over de bijzondere achtergrondkennis ermee verbonden.

tempel Mnajrda

De meeste megalieten dateren uit de periode 3500 – 1500 voor Christus, het is ook de periode dat de piramiden werden gebouwd. De Moedergodintempels in Malta dateren vanaf 4000 v. Christus.       Toen leefde de mens in stamverband in vanzelfsprekend contact met geestelijke wezens, in spontane verbinding met de elementen: aarde, water, lucht, vuur. Vanuit een doorstroom van verdwenen beschavingen, o.a. Atlantis, had men de gave als het ware doorheen de bodem te kijken, tot diep in de aarde op zoek naar geschikte gesteentelagen en mineralenaders. Deze mensen leefden vanuit de oerkrachten van de schepping, konden hun lichamen omvormen tot ‘reuzen’, gingen op directe wijze om met de vrijwel onbeperkte energie van de natuurlijke elementen; zij brachten de stenen op die manier in de juiste vormen en nadien in transport. De stenen, ‘luchtschepen’, werden door de lucht verplaatst; één steenworp is ongeveer een kwartier stappen, één kilometer. Het waren levende stenen die werden opgesteld op bijzonder uitgekozen krachtplaatsen waar energie vanuit de aarde samenbundelt tot een bepaald punt aan de oppervlakte; te vergelijken met water- en vuuraders die in bronnen en kraters tevoorschijn komen.

Achter deze bovenmenselijke steenconstructies schuilden immense drijfveren, onder meer de zoektocht naar inzicht van de plaats van de aarde in de sterrenwereld, naar contact met de zon, de maan, de planeten, het kunnen duiden van de ritmen, de wetmatigheden van het heelal in samenhang met  de geestelijke draagwijdte ervan. Daarom werd bij de oprichting van megalieten ook rekening gehouden met de stand van hemellichamen ten opzichte van de aarde, zo werd onder meer het jaarritme ontdekt. In Wéris staan verschillende dolmen op astronomische lijnen in noord-noord-oostelijke richting.

Stonhenge

In Stonehenge wijst de hoofdas van het monument naar het punt aan de horizon waar de zon opkomt op 21 juni, zomerzonnewende. Des te noordelijker de zon opkomt in het jaarritme, des te uitbundiger, verfijnder haar veredelingskrachten. Vrijwel alle megalieten staan nog steeds in verbinding met zon- en maanritmen, sommige zelfs in verbinding met de dierenriem. De meeste megalieten stonden in een samenhangend complex, het waren astronomische observatoria en gelijktijdig inwijdingsplaatsen. Aarde- en zonnecultus gingen hand in hand: de aarde als wijze vruchtbare godin, de zon als licht, warmte en inzicht schenkende godheid. (Trouwens we weten nu dat de zon aan haar oppervlakte een hitte uitstraling heeft van 6000°C, de vuurkern in het centrum van de aarde heeft dezelfde temperatuur.)

Tijdens welbepaalde sterrenconstellaties verlieten de ‘dansende’, ‘draaiende’ stenen hun standplaats, dompelden onder in water en keerden terug: een vorm van reiniging om hun vermogens te hernieuwen. In latere perioden toen de stenen dit vermogen niet meer vertoonden, werd dit ritueel reinigen overgenomen door menselijke vieringen tijdens het jaarverloop, waarbij muziek en dans, vuur en offer steeds aanwezig waren. Op de donkere aarde werd/wordt het instralende zonlicht gevierd. Zonnelichtkeerpunten waren/zijn feestdagen.

Slieve League

Bij tumuli, grafheuvels, cromlechs, dolmens, hunebedden ging men in de donkerte om de bijzondere kwaliteiten van het licht te ervaren: deze stille ruimten waren sacrale inwijdingsplaatsen: het ‘sprekende licht’ uit het wereld-al kwam binnen in de trechter van de smalle opening tot in het hart van de megaliet. In de tumulus Slieve na Caillighe in Ierland heeft het gangstelsel de vorm van een kruis met achteraan een centrale steen met zonnesymbolen. Hier werden overgebleven levenskrachten van de overledenen terug gegeven aan de bewegende, vormende krachten van de schepping. De ziel steeg op door een opening in een draagsteen: het ‘seelenloch’, vooral bij dolmens terug te vinden. De vooroudercultus versterkte de band met de geestelijke wereld, waarin de zonnegod een bijzondere plaats bekleedde. Hij werd vereerd op altaarstenen aan de ingang, waar offers werden gebracht. Altaarstenen en afsluitingsstenen werden versierd met zonne-inscripties, o.m. spiralen, zig-zag motieven, kam-motieven, ladders, ruitvormen, concentrische cirkels, bogen. Deze symbolen duiden het groeiend inzicht in de kosmische ritmen, zoals die op aarde werden waargenomen: ritmen waarop de mensen hun rituelen en leven afstemden.

Fourknocks passage tomb (Ierland)

Vanzelfsprekend was het contact met elementen- en natuurwezens. Dank zij de bijzondere steenopstellingen en de rituelen door mensen hadden deze wezens er hun verblijfplaats, ze werden er ‘gevoed’ en konden op die manier hun verdere ontwikkelingsweg gaan. Deze rituele wezens boezemden ontzag in, bewaakten de megalieten tegen indringers en beschermden de voorgangers en hun volgelingen tijdens hun initiële waarnemingen tegen storende geesten. Feeën, dwergen en reuzen zijn schering en inslag bij plaatselijke megalithische sagen en legenden. Zo wordt Stonehenge ook ‘Chorea Gigantum’ , de ‘Dans der Reuzen’ genoemd.

Er zijn nogal wat ‘sprekende’ en ‘zingende’ stenen in de legenden. In de intieme donkerte of juist in het felle licht van een megalithisch bouwwerk komt men zo wie zo in contact met de bovenzinnelijke sferen van het scheppende leven; iedere megaliet heeft zijn specifieke trillingen, klankkleuren. Het is perfect mogelijk om zich daarop af te stemmen en mee te zingen, begeleid door trom of citer. Voor de megaliet is dit een zegen, het maakt de stenen geschikter in hun doorgeeffunctie, meer toegankelijk voor de ermee verbonden spirituele boodschappers.

Pierre Brunehaut

Profetische stenen zijn er ook. Bij de Pierre Brunehaut, één van de grootste menhirs in België, in Hollain bij Doornik, leeft de legende dat als de steen omvalt, dan breekt het einde van de wereld aan. Toen hij begon over te hellen, is hij vlug recht gezet. Bij deze steen horen nog legenden betreffende de Frankische koningin Brunhilde die zou er gestorven zijn en Onze Lieve Vouw Ten Hemel zou haar voetafdruk op de steen hebben achtergelaten. Ook reuzen laten vaak een voetspoor achter in stenen in de buurt van megalieten.

Soms werden stenen van heel ver aangebracht, vb dekstenen van de zonnetempel in Stonehenge komen uit Wales. Het zijn stenen met welbepaalde mineralen en /of metaalsporen. Voor de ingewijde mensen die de megalieten lieten bouwen, was dat heel belangrijk: zij wisten dat ze via die stenen in contact konden komen met bepaalde sterrenwezens die vertelden over toekomstige, belangrijke gebeurtenissen betreffende de menselijke ontwikkeling. Langs welbepaalde sterrenwegen kwam men naar de megalieten om in een goede zielenstemming te komen, te vergelijken met pelgrimswegen. Priesters kenden de hemelse atlas die stond afgedrukt in de aarde.

Clonmacnoise

Zij richten deze Zonnecultus in omdat zij wisten van het Zonnewezen dat op komst was. Zij voorvoelden dit in een diep, innig verlangen. Vanuit de Keltische traditie hebben druïden deze impuls gekoesterd en tot bloei gebracht in het Keltische christendom, onder meer zichtbaar in de Keltische zonnekruisen.

Bij megalieten werden vuren aangelegd. De vuurgeesten, de salamanders en vooral hogere engelenwezens leerden om de vuurkrachten transformerend te ervaren als scheppende krachten: het leren hanteren van de eigen salamander: de lichaamswarmte zo constant mogelijk op peil te houden, teneinde de toenemende impuls van de ontluikende persoonlijkheid te kunnen opnemen. Dit was een moeizaam proces omdat de bloedsband met de stam en het spontane contact met de geestelijke wereld moest geofferd worden.

In deze moderne tijd zijn we aan een moeizame oefening bezig om de menselijke persoonlijkheid verder te laten groeien en het aardse leefmilieu te laten overleven. De huidige ‘koorts’toestand van de aardemoeder is een teken aan de wand. Om aan de grote energiehonger te voldoen beginnen we nu eindelijk de spontane opgewekte en dagelijks vernieuwende, zuivere energie van de natuurelementen aan te wenden: windmolens, zonnepanelen, warmte uit de bodem, getijde-energie staat nog in de proeffase en wie weet: elektrische signalen vervangen door zonlichtgolven.

De megalietenbouwers stonden in contact met onder meer de Archai, de engelenwezens van de oerkrachten. En laat nu net deze hiërarchische wezens ook de geesten zijn van de persoonlijkheid en de tijdsgeesten. Michaël is de huidige tijdsgeest. Als aartsengel leert hij ons met louterende vuurkrachten om te gaan. Michaël zet ook de weg uit naar het Zonnewezen in iedere mens en gelijktijdig in de omhullende levenskrachten van de aarde, de etherische Christus. De traditie van zon- en aardecultussen was hiertoe een lange voorbereidingsweg. Het Christusgebeuren op de schedelplaats in Golgotha was een tijdgewrichtspunt, een nieuwe tijd brak aan en leidt ons op het Zonnepad naar nieuw contact met de geestelijke wereld vanuit inzicht van de eigen zonnekern: de persoonlijkheid, het hogere Zelf.

Het is goed dat veel megalithische monumenten beschermd zijn als erfgoed. Er zijn best wel mensen bereid om op deze plaatsen vieringen, rituelen te houden. Laat het motto daarbij zijn: het zacht maken van stenen: vanuit onze innerlijke wezenskern lichtintentie brengen naar de megalieten zodat ze weer levend worden, als het ware doorzichtig, opdat ze deelachtig worden aan een ik-bewuste, Christuszon gedragen megalietcultuur, datgene wat de megalietmens ooit heeft aangezet .

Om af te sluiten een legende behorend bij ‘les blancs cailloux’ van Mousny, indrukwekkende witte keien in de buurt van La Roche, waarbij schitterende zonopkomsten en –ondergangen te beleven zijn.

“Een pelgrim wandelde tussen de dorpen Ortho en Mousny. In de verte zag hij een herder met twee honden en een kudde schapen. De pelgrim was moe en had vreselijke dorst, daarom vroeg hij de herder om wat water uit een bron in de buurt. Tot zijn verbazing weigerde de herder hem ook maar één slokje. De pelgrim was verrast en verweet de herder zijn harteloosheid. Omdat hij zo moe was, ging de pelgrim in het gras zitten om even te rusten. De herder werd boos en verjoeg de pelgrim. Hij wierp een steen naar zijn hoofd. De pelgrim ving de steen op en gooide hem terug naar de herder. Hij miste zijn doel, maar zodra de steen op de grond viel, veranderden de herder, honden en schapen in grote, witte keien: ‘les blancs cailloux’. Want de pelgrim was niemand minder dan Jezus Christus. En iedereen weet in de Ardennen, die laat niet met zich spotten.”

(bron van deze legende: Herman Clerinx, Kathedralen uit de steentijd, p. 11)

De mooie grote voorsteen bij Newgrange (Iers: Dún Fhearghusa)