Over het wezen van een hunebed

Hunebed in Holtinge D53 /D54 (Havelte Darp)
Over het wezen in een hunebed  

Een bezoek en onderzoek aan de hunebedden in Havelte is enige keren uitgesteld, mede door de lockdowns, en vond deze zomer (2022) plaats.
Ik kende beide hunebedden op de Havelter heide, en had toen ik in de buurt woonde vaker contact met hen. Op mijn toenmalige vraag om verlost te worden kreeg ik een stellig ‘nee’. Het zijn vrouwelijke wezens. Maar wat of wie zijn ze?

Er zijn verschillende waarnemingen dan wel verhalen over hun herkomst. Een ervan, afkomstig van Anastasia ( Anastasia is het hoofdkarakter in de gelijknamige boeken van Vladimir Megrev.  
Op de Havelter heide is ook een voormalig heiligdom van de Germaanse godin Freya, en die gaf me ooit aan dat zij de inspirator was van Megrev’s boeken en hoofdpersoon )  en ook door mijzelf waargenomen, is dat het gaat om een mens die zich ooit heeft laten ingraven in het hunebed, er stierf – en zelfdoding laat je niet toe in de geestelijke wereld (zeer discutabel!!!) – waarop deze verbonden bleef aan het hunebed en er de wachter van werd. 
Je kunt zo’n wachter allerhande vragen stellen, want deze draagt de wijsheid van het volk waartoe hij of zij behoorde. Voor mij was het ook duidelijk dat elk steenmonument het aardse aangrijpingspunt was voor een ster ofwel sterrenbeeld. En de wachter hield daarvan het bewustzijn vast. 

Een andere waarneming komt van Odilia, een hoge engel (Wilsgeest) die van oudsher alle steenmonumenten in Europa tot even voorbij de Oeral beheert. Zij begeleidt Ferry van der Loos en Margrete Vijlbrief in het opnieuw contact maken en verbinden met de wezens in deze steenmonumenten. Odilia noemt deze wachters lichtwezens, van de engelcategorie de Archai ofwel Tijd- of Persoonlijkheidsgeesten. (Zie natuurlijkewezens.nl 

Beide waarnemingen voelden als een dilemma, dus vandaar leek het me zinvol om opnieuw contact te maken met de hunebedwezens. En niet alleen, maar met een groep. 
We leefden ons in na afstemming met zang en klanken. Eerst namen we waar, daarna zongen we geïmproviseerd op de tonen en ritmen van het sterrenbeeld waarvan ik had waargenomen dat het erbij hoorde. Bij het grootste hunebed was dat sterrenbeeld de Vissen. Door deze inspiratieve aanpak werden onze waarnemingen verdiept. 
Meerderen van ons ervoeren een sterk geconcentreerde warmte in het hart. We ervoeren dat dit hunebed samenhing met de ster a-Vissen, in de punt  van het sterrenbeeld onder de ecliptica. 
Ik kon toen helderder waarnemen dat het wezen in dit hunebed ooit een jonge vrouw was, en nog geen sjamane maar er wel voor in de leer. Toen het volk afscheid nam van de plek, was er een vuurritueel op de Havelter berg ernaast, waarna zij met ere door haar volk was begeleid in het hunebed, dat daarop werd afgesloten.                   
Dit
 was meer dan 10.000 jaren geleden, de tijd dat het volk verder trok (dus nog voor de Kelten en Germanen). De toenmalige jonge vrouw had zich de laatste eeuw sterk naar binnen gekeerd en was zich nu innerlijk aan het omvormen. Het toonde zich als een soort pop. Ze zou over zo’n honderd jaar ontpoppen en opstaan als een engelwezen. Dat was een hoopvol vooruitzicht. 
Andere deelnemers namen waar dat de stenen oorspronkelijk vloeibaar waren, en zich eigenlijk als een soort skelet hadden verhard. Weer een ander zag de stenen innerlijk ‘lopen’ in de richting van het oosten, daar waar de ‘kop’ van het hunebed was – het is west-oost georiënteerd.
Het tweede hunebed, tegen de Havelter berg aan, is kleiner en heeft de ingang naar het noordoosten gekeerd. Het bestaat uit stenen van verschillende kleur en oorsprong, en ziet er door zijn rangschikking, maar ook uitstraling lichter en speelser uit dan het grotere hunebed. Ik heb hieraan de werkingen van het sterrenbeeld Perseus beleefd, welke samenhangt met ons huidige ik-bewustzijn. 
Ook hier namen we weer waar, wat zich verdiepte na onze geïmproviseerde zang op de klanken en ritmen van dit sterrenbeeld. Meerdere van ons beleefden een sterke lichtzuil bij de inzinking links op de foto (volgende bladzij), die noordwestelijk is georiënteerd. Het gaf een sterke ik-beleving. 
Bij het verdiepte waarnemen bleek de engel al te zijn opgestaan, vandaar onze sterke licht-beleving bij dit hunebed. Ze gaf aan dat dit in 1933 gebeurd was, dus de tijd dat in Duitsland de nazi’s aan de macht kwamen en de kruisiging van Christus in de levenswerelden aanving.
Het gaf op deze heide, en natuurlijk de wijde omgeving een aanvang van het licht in de toenmalig samentrekkende duisternis. En dat voel je nog steeds op deze plaats.  Ooit hebben de stenen bewogen, gedanst op muziek. Er wordt verwacht dat met de transformatie van de aarde dit gaat terugkomen. ( Zie ‘De geestelijke gebeurtenissen in de 20e eeuw’ van Jesajah ben Aharon, uitg. Vrij Geestesleven.) 
 
Hierbij vonden we dus een bevestiging op de beide visies, die ze bij elkaar bracht. Net zoals gebeurt binnen een boddhisatva – dat is een mens die de kiem van een aartsengelwezen in zich draagt en langzaamaan uit mag werken, totdat die tot een boeddha wordt – blijken er dus ook mensen te zijn, ‘avatars’ (betekent engeldrager), die de kiem van een persoonlijkheidsgeest in zich dragen, een tijdgeest die ook volledig mag ontpoppen en uitgroeien tot een volledig engelwezen op den duur. In het geval van deze hunebed-wachters gaat het over een tijdstrekken van meer dan 10.000 jaren. Wat dan vooral samenhangt met de ontwikkeling van de mens in de cultuur, dat helpt de aardeontwikkeling verder. 
We bezochten na onze ontmoetingen met de hunebedden ook Freya’s aangrijpingspunt, daar in de buurt. Bij mijn voorlaatste ontmoeting had ze al heel blij aangegeven dat Rusland al een door-christelijkt rijk aan het worden is – wat mede is aangezet door haar aanzet in de Anastasiadorpen, waarin de bewoners elk een hectare land hebben waarvan ze leven. Dit recht op een hectare land is er zelfs in de Doema (parlement) per wet vastgelegd. En haar bemoedigende woorden hierna waren “Dat gaat hier in het westen ook komen.” Een heugelijk vooruitzicht. En we beleefden deze vreugde en sterke vrouwelijke kracht dit keer samen.
                                                                                                                        Nicolaas de Jong 
lees ook op onze website (even scrolelen)