Zwarte Zee

We rijden nog een flink stuk verder oostwaarts – het weer blijft bewolkt – en bereiken de volgende dag de kust van de Zwarte Zee bij Primorsko. Vandaar loopt een goed maar smal weggetje door een bos. De bordjes met hunebed Beglik Tash (42.311667 / 27.766944) volgend, komen we uiteindelijk op een open vlakte en zien links van ons een indrukwekkende rotsformatie, eigenlijk een verzameling merkwaardig gevormde rotsen. Het voelt net zo krachtig als de Externsteine in Duitsland. Odilia laat weten: Ik weet niet wat ik moet zeggen, zo veel, zo krachtig, zo authentiek nog. Het zijn er meer dan al jullie vingers en tenen samen, zo veel. (Odilia kent geen getallen!)

Het contact met de vertegenwoordiger verliep heel vlot, zoals te verwachten was. Langs het bosweggetje lagen trouwens nog meer grote stenen, o.a. de Perla Dolmen (42.309129 / 27.750569) waar we op aanraden van Odilia alleen de hartverbinding deden.

Meer van de  kust af liggen de volgende twee bestemmingen, echter, daarvoor moeten we weer door de bergen waar op de kaart ook hier weer de weggetjes met wit staan aangegeven, dus typische smalle en in dit land vaak onbegaanbare weggetjes. We willen het toch een stukje proberen. Bij het inslaan van de eerste komt er een politieagent op ons af om ons te waarschuwen dat dit een heel slechte weg is, de volgende is beter. Als we die een stukje inrijden laat Odilia van zich horen: Volgens de deva hier kunnen jullie beter teruggaan, het eerste stuk is redelijk te doen, maar daarna komen jullie er echt niet door. En ik word in dit gebied door de deva verder geleid, dus ik kom er toch wel, en zelfs als het niet zou lukken, ik wil niet dat jullie in problemen komen, uiteindelijk zou ik daar zelf ook niets mee opschieten!

We laten dus de volgende bestemmingen los: vier dolmens bij Belevren (42.0998964 / 27.182132) en Dolmen Ashlamata bij Varovnik (42.200584 / 27.263547).


De volgende locatie ligt weer aan de kust, Nesebar, een echt (verschrikkelijk) toeristenoord. We zoeken er een necropolis (42.659425 / 27.723086). Vreemd, het hele terrein is omsloten door dubbele metalen hekken. Er doorheen kijken is onmogelijk, alleen op enkele plaatsen kunnen we er overheen kijken en wat stenen zien. De bebouwing in de straten eromheen is allemaal hoogbouw, twee hotels en een appartementenflat. Odilia voelt er een heel verzwakt lichtwezen, en vraagt wat hier aan de hand is. Ik vertel over de dubbele metalen omheining – dat voelt inderdaad heel onprettig. Er speelt hier meer, zijn er misschien bouwplannen, dat zou verschrikkelijk zijn! Ik voel dat er hier in de omgeving veel gebouwd wordt. Klopt, veel nieuwbouw, vooral hotels, één grote staat leeg, te koop. Doe hier alleen maar de hartverbinding, meer kan dit lichtwezen niet aan, en dan wachten we maar af wat er gaat gebeuren. Ik geloof dat de reiswezens ook al zoiets hebben aangevoeld, ze hebben zich heel terughoudend gedragen, een compliment waard!

Hierna reden we naar een klein plaatsje aan de kust, met ook een smalle boulevard en een klein strandje; alles klein, ook de kracht van de zon (behalve een groot hotel, dat te koop staat), maar voor ons vormt dit alles een lekker ontspannen plek met geluid van de branding. En voor de reiswezens een speeltuin met neptunuskinderen (brandingwezens). Heerlijke plek, ook om te overnachten.

De volgende ochtend kwam ik op het idee om evt. terug te rijden naar Nesebar om daar met een dikke viltstift op de metalen omheining te schrijven dat hier een heilige necropool ligt, om er zo meer aandacht naartoe te sturen. Odilia reageerde direct: Ik voel je aandacht naar de vorige plaats gaan, wat speelt er? Ik vertelde haar mijn plan. Dank voor je betrokkenheid, maar daar is het nog te vroeg voor, het zou voor het lichtwezen te veel onrust brengen.

En nu op weg naar onze meest oostelijk gelegen bestemming, verder naar het noorden, ook aan de kust bij de Zwarte Zee, die overigens prachtig blauw oogt in de zon: Yailata (Big Jaila 43.2718 / 28.3302 en 43.455 / 28.55056); deze staat zelfs vermeld in de reisgids; we zijn benieuwd! Bij Kamen Bryag rechtsaf, 2 km naar het natuurreservaat.

Het blijkt een prachtig natuurgebied, met hoge rotsen bij de zee en even landinwaarts een nog hogere rotswand met grotten, ooit gebruikt als cultusplaats, net zoals de direct aan de rand bij de zee in de grond gegraven inwijdingsplaatsen. Het zijn er vele, ontelbaar, vlak bij elkaar. En zó dicht aan de zee dat er in de loop der tijd wel enige door afkalving in zee zijn verdwenen. De lichtwezens ervan zijn echter niet verdwenen, ze hebben gewoon een plekje verderop gezocht – met zo’n geleidelijk natuurlijk proces kan dat prima. (vertelt Odilia). We hebben er heerlijk gewandeld, in de koude wind en de warme zon, en besloten er ook te overnachten, wat de lichtwezens zeer op prijs hebben gesteld, vernamen we later van Odilia, voor wie dit een belangrijke, zeer krachtige plek is.

Natuurlijk maakten we er nog contact, met een vertegenwoordiger van de vele lichtwezens: Contact met het Grote Lichtwezen voelt heel natuurlijk voor ons, hoewel we na zo’n lange tijd alleen wel gewend zijn om op onszelf te zijn. In verbinding zijn is wel een omwenteling in ons bestaan-nu, maar ook bekend van hoe het vroeger normaal was; het zal dus wel snel lukken, kleine moeite.

Vanaf hier reizen we in wezen dus weer richting huis, het voelt als een keerpunt, nog zo’n acht reisdoelen in Bulgarije, en vervolgens een hele lange rit huiswaarts.

Als ik zo’n vier weken van huis ben geweest, begin ik altijd weer naar huis te verlangen. Margrete echter zou wel tien weken weg willen blijven! Nu na ons “keerpunt” plaag ik haar ermee, met het onderweg naar huis zijn: Straks weer lekker thuis, niet meer van die koude nachten. Ze is dat wel van me gewend en kan er ook om lachen. Odilia verzoekt me echter dringend dit niet meer te doen! De reiswezens hebben geen besef van tijd, en als ik over huiswaarts praat, hebben zij het idee dat we misschien morgen al thuis zijn en ze weer uit elkaar moeten. Het maakt ze gespannen en verdrietig. Dat had ik niet beseft!
Ze zijn wel vertrouwd met de afstand tussen mijn huis en dat van Margrete; dat nog 20 maal zeggen we ze, we tellen voor ze af. Ze beseffen dat dat redelijk langzaam gaat en ’t nog wel even duurt voor ze weer gescheiden worden.