Noord Portu-gal

Noord-Portugal

Terug bij de auto stelden we de gps in op Porte Velho, onze eerste bestemming in Portugal. Dat hadden we thuis al voorbereid. Op internet hadden we op diverse sites naar megalieten (heel grote stenen, hier bedoeld als cultusplaatsen) in Portugal gezocht, en als Margrete dan naar de afbeelding keek kon Odilia mee- invoelen of ze er een verbinding mee voelde of niet. In dat geval zochten we de plaats op routenet, en tekenden we die aan op de wat minder gedetailleerde wegenkaart.

Porte Velho dus. We kwamen in een stadje, maar dat had niet de naam Porte Velho; maar toch, de gps verwees ons wat noordelijker, en ook met rondvragen werden we naar die richting verwezen…  totdat de gps aangaf: bestemming bereikt. Nou, geen hunebed te zien, wel huizen, en een brug, en die brug heette… Port Velho, Oude Brug! Wat een miskleun, en enige uren voor niets gereden, en nu nog weer terug zuidwaarts, naar Portela.

Ja, dat stond echt duidelijk op de kaart…  Aangekomen in Portela… nergens hunebedden te zien. Navraag bij een restaurateur, die een beetje Engels sprak. Ja hij wist een dolmen, 20 km verderop, bij een plaatsje dat ook Portela heette, heel zeker! Aangekomen in de andere Portela… geen hunebed te zien, en navraag leverde slechts onbegrip of op zijn best overtuigde ontkenningen. Iemand zei… een andere Portela misschien… nog een andere Portela? ja, er zijn wel 20 Portela’s in Portugal!

Een aantal zijn we later bij toeval zelfs voorbij gereden, maar we hebben er niet meer rondgekeken! Zo waren we al ver op onze tweede dag in Portugal, en nog geen hunebed gevonden; ons opgewekte humeur waren we ook aardig kwijt.

 

Ondertussen vielen ons de grote tegenstellingen in het landschap op: enerzijds de rijkdom aan bloemen; niet alleen veel, maar ook veel variatie – wat een kleurenpracht! In Nederland is het eind september al zo echt herfst, zo definitief. Bij ons zit de kleurenpracht dan in de bladeren van de bomen, als verkondiger van de aanstaande winter met z’n donkerte.

eucalyptus heeft twee vormen van bladeren, de ronden ruiken sterk de lange niet

En dan de reusachtige eucalyptusbomen, met hun twee verschillende soorten bladeren en lange slierten losgelaten bast. Soms zagen we hele bossen met nagenoeg alleen maar eucalyptus. En die grijsgroene kleur, zo heel anders dan alle andere bomen. Een heel eigen sfeer, waarin je je voelt opgenomen, een beetje doods, of droog? Dor is misschien een beter woord? Moeilijk om de juiste woorden te vinden voor zo’n stemming; maar het werkt krachtig op je in!

We reden af en toe ook door streken die helemaal verbrand waren; alles was er zwart geblakerd, de ene berg na de andere. Soms reden we wel een kwartier door zwartgeblakerd landschap, ook wel met afgebrande huizen; moderne, luxe woningen soms. En soms stonden de huizen er nog wèl, te midden van alle grimmigheid.

’s Avonds vroegen we aan Odilia wat er met de faun (het boomwezen) gebeurt als z’n boom verbrandt. Ze vertelde het volgende:

Als een boom grotendeels verbrandt, dan blijft de faun bij zijn boom zolang er nog enig spoor van leven in zit, in de hoop dat de boom toch nog in leven blijft. Als de boom echt sterft, dan zoekt de faun in eerste instantie een andere boom in de omgeving; wel een boom die nog geen faun heeft, dus vaak een jonge boom. Als een heel bos verbrandt, dan gaan de faunen terug naar hun oorsprong bij de Heer der elementen, en wordt hun energie opgenomen in een soort spiritueel hospitaal, en daarna in de Grote Ziel van deze boomsoort, tot er weer ergens een plek voor hen is.

Een boom die omgehakt wordt, gaat in principe ook terug naar z’n oorsprong, tenzij hij van te voren door de mensen wordt gewaarschuwd en tijd genoeg krijgt om een “onbewoonde” boom te vinden.

Wellicht wil je ook weten hoe dat bij huizen gaat? Bij brand trekt de huisgeest zich terug onder de grond. Als de bewoners van plan zijn terug te komen na herstel – en dat kan soms lang duren – dan blijft de huisgeest wachten bij het afgebrande huis, ook al is nauwelijks iets van over.

Als de bewoners elders hun intrek nemen en echt rouwen om het verlies van hun oude huis, dan zal de huisgeest met ze meegaan naar hun nieuw gevonden woning. De eventeel daar al aanwezige huisgeest zal dan vrijwillig plaats maken. Is echter de vreugde over de nieuwe woning groter dan de rouw over de oude, dan zal de huisgeest een andere plaats zoeken als die vrij is, of anders terug keren naar zijn “oorsprong.”

Mijn vraag aan Odilia: Zou dat jou ook kunnen gebeuren dat je terug gaat?

In principe wel, als ik geen taak meer zou hebben, maar ik zie nog een taak voor mezelf gedurende lange tijd! Je kunt dit enigszins vergelijken met jullie als mens: zo is jouw moeder (een paar maanden eerder overleden) ook opgenomen in de lichtwereld en er zich volkomen bewust van, en heel tevreden.

Je vader (20 jaar geleden overleden, wilde niets weten van een leven na de dood) volgt nog steeds zijn karma. Je moeder heeft dit helemaal los gelaten, maar is echter nog niet zo ver dat ze echt contact met de aarde kan maken; die kracht is ze aan het opbouwen en zal ze later zeker gebruiken. Hoewel Margrete mijn moeders emotionele reactie duidelijk kon voelen toen zij de vroegere wandelstok van mijn moeder ging gebruiken. (Margrete had twee jaar eerder haar been gebroken.) Je opa van vader’s kant kan heel gemakkelijk contact maken met de aarde, zoals jullie zelf vaak ervaren hebben.

Op mijn vraag of mijn moeder nu een lichtwezen is dat met het Al verbonden is, antwoordde Odilia: Ja, ze is zich van alles bewust wat er om haar heen is, ze kent eigenlijk geen grenzen meer of afstand.   

is dit Fonte Coberta of wat er eigenlijk van over is ??

Na een flinke rit kwamen we de volgende dag laat in de middag aan op onze volgend bestemming: Fonte Coberta. We waren er zeker van dat hier een dolmen te vinden zou zijn, want deze hadden we met foto en al op internet gezien. Maar navraag leverde alleen maar negatieve reacties op. Vreemd! En de mensen waren echt heel behulpzaam. Een wat oudere familie belde hun dochter of ze al onderweg naar huis was, en ja, ze zou over enkele minuten arriveren, en sprak vloeiend Engels. En inderdaad, in perfect Engels (ze had tien jaar in Engeland gewoond) vertelde ze ons niets te weten van een dolmen in de buurt!

geen woorden voor, wel een ritueel

Ondertussen begon het te schemeren en vonden we een vroege slaapplek in het bos, even buiten het dorp, bij de Rua de Moeste. Tussen de bomen door in de verte meenden we grote stenen waar te nemen. Een korte avondboswandeling bracht ons bij een verwoest hunebed: kapot geslagen! De stenen lagen verspreid op een open plek, twee omgevallen stenen nog redelijk intact! Wat erg!! Nog maar kort geleden gedaan, want we hadden een redelijk recente foto van het onbeschadigde dolmen op internet gezien. We hebben ons eerst enige tijd ingeleefd; wat zou hiervan de opzet zijn, en zou er nog leven bij aanwezig zijn? Ja, het lichtwezen reageerde na enige tijd (ik als representant):

Ik ben met opzet zwaar beschadigd. Ze vonden me maar een zootje oude stenen die in de weg lagen; ze konden hun agressie op mij botvieren. Maar, hoewel zwaar gehavend ben ik er nog wel. Ik heb wel overwogen het op te geven, maar zolang ik functioneer kan ik van nut zijn voor het bos. Ik ben ook gebleven omdat de natuurwezens hier in het bos me zwaar ondersteunen; die wil ik niet in de steek laten; samen hebben we het heel goed met elkaar, zodoende.

We leefden intens mee met de situatie, en hebben nog een hele tijd voor ze getrommeld, en de natuurwezens op hun lekkers getracteerd: rode wijn, honing, chocola en tabak.

(Overigens doen we dat bij elke sessie; de elementaren halen hier hun extra etherische kracht uit en ervaren dit dus als echte verwennerij.)

De avond ervoor hadden we nog contact opgenomen met het thuisfront: wilden ze nog een check uitvoeren op de volgende plaatsen op onze route? Klopten onze gegevens wel met hun bevindingen, want om weer uren, of dagen bezig zijn om uiteindelijk niets te vinden…

Hoewel… welke kracht had ervoor gezorgd dat we dit in het bos verscholen hunebed zomaar vonden?? Eigenlijk al de tweede toevallige krachtplaats!

Gelukkig bleek er heel wat overeen te stemmen met onze plannen, maar ook weer niet alles.

De volgende ochtend reden we door een lintdorp, en troffen langs de weg een snackbar-achtig restaurant aan, met wifi (daar ging het ons om!) en lekkere broodjes! Daar de hele ochtend doorgebracht met het controleren van onze route, de info en websites die we van het thuisfront hadden ontvangen, en het vergelijken daarvan met onze kaart.

Reisverslag:

zelfs de dekstenen lagen er bij

terug naar boven